Tandarstbehandeling onder narcose - Hoe werkt dat?


Vóór de narcose sluit de anesthesioloog u aan op de bewakingsapparatuur. De plakkers op uw borst bewaken uw hartslag en een sensor op uw vinger controleert het zuurstofgehalte in uw bloed. De bloeddruk meten we via een band om uw arm. Als de bewakingsapparatuur is aangesloten, krijgt u via het infuus de narcosemiddelen toegediend. Dat is een mix van een slaapmiddel (propofol) en een pijnstiller (remifentanil). De anesthesioloog stemt de hoeveelheid middelen af op uw leeftijd, lengte en gewicht. U krijgt dus precies genoeg zodat u tijdens de behandeling niet wakker wordt.

 

Infuus

Het infuus wordt ingebracht in uw hand of arm. Bent u bang voor het prikje? Geen probleem, u kunt voor een verdovende pleister kiezen. U voelt dan niets van het prikje. U kunt tijdens het intakegesprek aangeven dat u deze pleister wilt. U krijgt dan een recept mee zodat u deze pleister zelf kunt ophalen bij de apotheek. Het is dan wel belangrijk dat u de pleister meeneemt op de narcosedag.

 

In slaap vallen

Het slaapmiddel werkt snel, u bent praktisch direct onder narcose. Hooguit ervaart u heel even een warm of licht branderig gevoel in uw hand, arm en schouder. Ook is het slaapmiddel snel afbreekbaar, zodat u na de behandeling weer snel wakker bent.

 

Beademing door de neus

Tijdens de narcose wordt er met behulp van instrumenten een buisje via de neus in de luchtpijp gebracht. Deze ‘nasale tube’ kan na de behandeling wat irritatie geven in de neus of keel. Ook kan een bloedneus voorkomen. Deze eventuele bijwerkingen zijn niet schadelijk.